Tussen twee momenten - Erwin Olaf over zijn serie RAIN
Focus magazine, januari 2005. Erwin Olaf (1959-1923). Na een jarenlange, niet-aflatende stroom van aansprekende fotoseries, de luxe monografie Silver die een overzicht biedt van zijn werk en jarenlange inspanningen van zijn galeries, is de ster van Erwin Olaf internationaal rijzende en raakt zijn carrière in een stroomversnelling. Hij werd gevraagd om voor de kalender van het koffiemerk Lavazza te fotograferen en op de laatste editie van de fotobeurs Paris Photo verkocht hij een groot aantal werken voor hoge prijzen. Op het moment van schrijven lopen er zes exposities van zijn werk: in Bologna, Sofia, Sienna, Parijs, Chili, en Warschau. Exclusief voor ons licht hij en tipje van de sluier op van zijn nieuwe project Rain.
Happy was de oorspronkelijke titel van dit project en Erwin streefde naar de sfeer die spreekt uit de schilderijen van de Amerikaanse fotorealist en schilder van volkstaferelen Norman Rockwell. Omdat geen van de mensen aan wie hij de foto’s liet zien lachte en gevoelens van nostalgie bij hen de overhand hadden, veranderde Olaf de titel in Rain. “Rockwell fotografeerde zijn onderwerpen altijd eerst grondig en zette het schilderij dan op aan de hand van die foto’s”, zegt Olaf. “Hij bejubelde de mooie zaken van de maatschappij, zoals individuele vrijheid, menselijke warmte, hulpvaardigheid en levensvreugde en ik liet me inspireren door deze inslag van zijn werk. Met vijf modellen begon ik te fotograferen en vroeg hen om gezellig te doen. Met omgekrulde tenen bekeek ik het resultaat. Toen ik de polaroids zag die ik had gemaakt om het licht te testen, viel me op dat die veel beter waren. Daarom besloot ik om juist die ongekunstelde portretten tot uitgangspunt te nemen.”
Zodoende is Rain het eerste project van Erwin Olaf geworden waarbij hij niet strak volgens een vooraf opgezet plan heeft gewerkt. Hij liet zicht leiden door intuïtie en vergelijkt zijn aanpak met een schilder die voor een wit doek zit, de inspiratie laat bepalen wat eruit komt en het werk onder zijn handen ziet ontstaan. “Ik zou overigens geen schilder willen zijn, want ik heb de interactie met mensen nodig voor mijn werk. Omdat ik ben afgeweken van mijn gebruikelijke werkwijze heb ik lang over dit project getwijfeld. Het gaat erom dat je enthousiast wordt over wat je aan het maken bent, maar dat enthousiasme kwam bij deze serie heel laat omdat ik bij A was begonnen maar bij Z uitkwam en gaandeweg pas tevreden over de foto’s ben geraakt.”
Erwin Olaf gebruikte een Hasselblad en later zijn de beelden bewerkt om een dromerige sfeer te creëren. “Dat doe ik niet zelf, want het is een vak apart waar anderen veel beter in zijn. Als je een film maakt, monteer je die ook niet zelf. En ik vind het extra paar ogen van een beeldbewerker wel prettig , want als ik het zelf zou doen, zou ik misschien te lang doorgaan. Wel geef ik uitgebreide instructies aan de beeldbewerker en zit er meestal naast. We hebben wat doorgedrukt en tegengehouden in Photoshop, flink aan de curves getrokken en glanzende oppervlakken matter gemaakt.”
Commercie
Erwin Olaf maakte in het begin van zijn carrière reportage-achtig werk voor magazines als Nieuwe Revu, maar stopte daar aan het eind van de jaren tachtig bewust mee om dat hij zich meer op de kunstwereld wilde gaan richten. “Werkgevers als Nieuwe Revu hebben me in de jaren tachtig veel kansen gegeven en op weg geholpen. Daar ben ik ze nog steeds heel dankbaar voor, maar als je in een vliegtuig hierheen zit, begint het boven Brussel of het Roergebied al te dalen, zo klein is Nederland. Als je hier van werken voor de media je carrière maakt, moet je alles aannemen wat je wordt aangeboden, maar ik wilde ervoor waken dat ik door deze branche geleefd ging worden. Daarom besloot ik mijn vleugels uit te slaan door me meer op internationaal werk in de reclame en vrij werk te richten.”
Dat was geen slechte beslissing want zijn werk werd algauw populairder en sinds 1998 is hij internationaal gelanceerd door zijn werk voor het kledingmerk Diesel en vrije series als Fashion Victims, waarin door middel van modellen met tassen van grote modehuizen over hun hoofd kritiek werd geleverd op de modewereld. Vooral de serie Royal Blood, waarin onder andere het iconische beeld van een Lady Diana-lookalike met open wonden in het oog sprong. Het vrije werk van Olaf is sindsdien steeds populairder geworden, maar hij wordt ook in toenemende mate gevraagd voor reclame-opdrachten.
Toch is het volgens hem nog steeds zo dat in Nederland een zekere minachting bestaat voor fotografen die zich lenen voor de commercie. “De mensen die de dienst uitmaken in de kunstwereld kijken er nog steeds op neer en het bevordert de waardering voor mijn werk niet. Desondanks heb ik veel aan de reclame te danken want je leert het fotografische ambacht het beste met de hete adem en het oordeel van een opdrachtgever in je nek.”
Romantische onschuld
Seks en humor vormen normaal gesproken geen gelukkige combinatie, maar in veel fto’s van Erwin Olaf zijn dit de thema’s geweest. In zijn beginperiode, toen hij reeksen als Blacks en Chessmen maakte, kreeg hij dan ook kritiek van puriteinen te verduren. “Met die series was het mijn bedoeling helemaal niet om erotische foto’s te maken. Oorspronkelijk wilde ik alleen iets doen met het thema naaktfotografie, waarin de erotische kant niet de boventoon voerde. Het ging mij voornamelijk om de onbeholpenheid en humor die ervan uitgaan als je mensen naakt handelingen laat verrichten. Missschien probeerde ik mijn demomen er wel mee te bezweren want als je kijkt naar twee mensen die seks hebben, is dat best grappig en als je met iemand in bed ligt, ben je eigenlijk ook met iets gênants bezig. Dat wilde ik in die foto’s tot uitdrukking brengen. Later ben ik wel duidelijk erotisch getint werk gaan maken, ook wel een beetje om een lange neus te maken naar mensen die mijn werk vroeger niet zagen zitten.”
In de serie Rain is de erotiek meer naar de achtergrond gedrongen, maar er zijn wel degelijk erotische elementen. De foto van de onbeholpen donkere jongen en het meisje, die op een dansvloer staan, met instructies voor danspassen erop, is daar een voorbeeld van, evenals de jongen die halfnaakt in de slaapkamer staat met een damesjurk aan zijn voeten.
Erwin Olaf bepaalt het decor van zijn foto’s nauwgezet en regisseert zijn modellen nadrukkelijk. “Ik vind het leuk om alles naar mijn hand te zetten en sjouw soms zo veel mee dat ik er bijna een punthoofd van krijg. Ik deze serie heb ik veel aandacht besteed aan de kijkrichting van de modellen omdat die je rondleidt door het beeld. Je kunt wel vijftien lampen en toebehoren meenemen, maar als de ogen van de mensen op de foto niet goed staan, is hij mislukt. De foto van de meisjes in de gymzaal zou veel midner zijn als ze andere kijkrichtingen hadden gehad. Tegen het dansende paar heb ik alleen maar gezegd: ‘Kijk eens naar mijn hand’.”
Volgevreten
Rain is een open serie die veel meer dan het andere werk van Erwin Olaf ruimte laat voor interpretatie door de beschouwer, want er zit duidelijk meer achter dan op het eerste gezicht te zien is. “We leven tegenwoordig in een onromantische tijd waarin iedereen bang is om kwijt te raken wat hij heeft en we lijken de onschuld van de jaren vijftig en zestig verloren te zijn. Mensen beschermen hun materiële verworvenheden en verliezen daarbij de echt belangrijke zaken uit het oog. Dit is een tijd van volgevretenheid en ontevredenheid. Ik wilde dat romantische gevoel van onschuld weer laten zien: van iets te korte broeken, sokken die uit sandalen flappen en opbollende jurken van meisje op hun te grote damesfiets, maar wel met verwijzingen naar het hardere karakter van de huidige tijd. Zo bezien zitten deze foto’s tussen twee momenten in, maar eigenlijk ben ik gewoon een estheet die mensen wil verleiden met schoonheid.”
Met dank aan Reflex Modern Art Gallery, Amsterdam en Flatland Gallery, Utrecht.