Pleidooi voor balans - interview met fotograaf en regisseur Nick Brandt.
De meeste fotografen die als onderwerp wilde dieren hebben, leggen deze op documentaire wijze vast. Ze maken dramatische actiebeelden waarop het gedrag van de dieren op biologisch verantwoorde wijze in beeld wordt gebracht. Nick Brandt pakt het anders aan. Hij maakt op de savanne tijdloze zwart-witfoto’s van wilde dieren in hun natuurlijke omgeving. Hoewel hij de dieren in alle rust vastlegt en zich niet richt op actie en drama, maken zijn foto’s diepe indruk en blijft niemand die zijn werk ziet er koud onder.
De in Amerika wonende Engelsman Nick Brandt is overtuigd vegetariër omdat hij zeer begaan is met het lot van dieren en de manier waarop zij lijden onder menselijk ingrijpen. In zijn vorige beroep als filmregisseur kwam zijn betrokkenheid met natuur en milieu ook tot uiting. Zo regisseerde hij in 1996 de videoclip van Earth Song, een grote hit van Michael Jackson, waarin te zien is hoe bomen in het regenwoud worden neergehaald en hoe dieren lijden en sterven. Zes jaar geleden stopte Nick met regisseren en hij besloot in nauwer contact met de natuur te treden door in Afrika dieren in hun natuurlijke omgeving te gaan fotograferen.
Met genoegen nam hij daarmee afstand van het vluchtige filmwereldje in zijn woonplaats Los Angeles. Nick Brandt: “In Hollywood lijken de meeste mensen te leven voor de toekomst. Ze zijn bezig met filmplannen en proberen daar geld en erkenning voor te krijgen. Zo kom je er bijvoorbeeld regelmatig mensen tegen die de financiering voor een film al jarenlang voor vijfennegentig procent rond hebben en proberen de rest bij elkaar te schrapen. Ik was zelf een van die mensen en had nog jaren zo kunnen doorgaan. Doordat ik mijn werkterrein naar de fotografie heb verlegd, heb ik het gevoel dat er meteen iets uit mijn handen komt en dat ik iets maak wat ertoe doet.”
Tijdens het filmen voor de videoclip op de Afrikaanse Savanne, raakte Nick onder de indruk van Afrika. “We namen die videoclip gedeeltelijk in Afrika op en daardoor werd ik verliefd op het continent. De natuur en de wilde dieren imponeerden me en al snel keerde ik er terug om te fotograferen. Het resultaat van mijn foto’s met een kleinbeeldcamera viel me echter tegen en daarom besloot ik het een volgende keer anders aan te pakken. Zo kwam ik op zwart-wit middenformaat.”
Zwart-wit
Zwart-wit fotografen werken vaak het liefst als de lucht bewolkt is vanwege het diffuse licht. Nick Brandt is hierop geen uitzondering. “Op een dag was ik giraffen en het fotograferen en toen kregen er twee ruzie. Het was een indrukwekkende gebeurtenis want ze sloegen met hun nekken tegen elkaar en ik zat er zo dicht op dat ik ze met een standaardlens niet beeldvullend kon opnemen. Ik fotografeerde in een roes en was erg benieuwd naar het resultaat. Dat viel tegen want de contrasten waren door het directe zonlicht veel te groot. De witte gedeelten van de nekken vielen weg tegen de witte lucht en de zwarte gedeelten tegen het donkere landschap. Daardoor waren de foto’s onbruikbaar, iets wat met diffuus licht niet gebeurd zou zijn. Ik streef er ook naar om een dier in zijn natuurlijke omgeving te laten zien en als er wolken in de lucht zijn, is dat indrukwekkender. Een paar jaar geleden was ik vijf maanden in Afrika en toen had ik bij thuiskomst maar vijf bruikbare beelden omdat de weersomstandigheden ongunstig waren geweest.”
Niet alleen het licht is belangrijk voor de keuze van het medium. “In zwart-wit ben je meer bezig met lijn en vorm en daardoor dring je beter door tot de essentie van je onderwerp. Door het middenformaat kan ik enorme vergrotingen maken voor mijn exposities, waarop de details indrukwekkend overkomen. Daarom werk ik op film, maar de belangrijkste reden daarvoor is dat ik veel infraroodfoto’s maak. Als je infraroodopnamen op groot formaat wilt afdrukken en je werkt digitaal, kun je alleen terecht bij een achterwand met tientallen miljoenen pixels en die vind ik te duur en te beperkend. Wat ik wel een zegening vind van de digitale werkwijze is de mogelijkheid van beeldbewerking en de manier waarop je daarmee het contrast kunt beheersen.”
Op de Savanne
Met zwart-wit fotografie refereer je tegenwoordig onherroepelijk aan het verleden en de foto’s van Nick Brandt doen dan ook denken aan negentiende-eeuwse portretten en anthropologische foto’s uit koloniale tijden. “Die associaties zijn welkom, maar zwart-wit fotografie heeft ook een tijdloos karakter en ik vind het boeiend om dat te contrasteren met een onderwerp dat allesbehalve tijdloos is. De dierenpopulaties die ik fotografeer staan namelijk onder sterke druk en ik ben bezig met het vastleggen van een verdwijnende wereld. Ik wil de dieren daarom op een voetstuk plaatsen en ze portretteren zoals je een mens vastlegt. Dat is ook de reden waarom ik van dichtbij fotografeer met standaardobjectieven. Als je een mens portretteert ga je tenslotte ook niet op honderd meter afstand staan met een telelens.”
Om veiligheidsredenen fotografeer ik vanuit een Landrover en dat heeft als bijkomend voordeel dat de dieren rustiger blijven. Ze zijn namelijk gewend aan de vorm van een auto en als mens ga je op in het autosilhouet. Dieren schrikken eerder van de beweeglijke vorm van een mens.”
Omdat de omgeving waarin de dieren leven wordt opgenomen in zijn foto’s, werkt Nick bij voorkeur in Oost-Afrika. “De landschappen zijn er dramatischer, met bergen in de achtergrond en je hebt er minder last van bomen, struiken en planten waarachter dieren kunnen schuilgaan.”
Een belangrijke reden voor het succes van de beelden van Nick is dat ze zo afwijken van de gangbare wilde dieren-fotografie. “De meeste fotografen die op de savanne werken zijn halve biologen annex dierenpsychologen. Ze fotograferen dieren in actie en sturen er bijvoorbeeld op aan om een cheetah te fotograferen die in wilde vaart een gazelle vangt. Hoewel ik inmiddels de nodige kennis heb opgedaan, ben ik niet geschoold in de biologie en daarom gebruik ik plaatselijke gidsen die het gedrag van dieren begrijpen en kunnen voorspellen. Die vertellen me bijvoorbeeld hoe de dieren zich zullen gedragen of dat een bepaalde leeuw geïnteresseerd is in een leeuwin en hoe hij haar zal benaderen, zodat ik weet of het de moeite waard is om daarop te blijven wachten.”
Indirect moraliseren
Door te gaan fotograferen is Nick teruggekeerd naar zijn oude liefde van het stilstaande beeld, want hij voordat hij ging regisseren was hij kunstschilder.
“Ik ben een enorme control freak en dat is volgens mij een belangrijke eigenschap voor een regisseur of een kunstschilder. In dit werk heb ik echter zeer weinig controle over mijn onderwerp en dat heb ik als bevrijdend ervaren toen ik ermee begon. Bij de manier waarop ik fotografeer ben je overgeleverd aan de grillen van je onderwerp. Soms zit ik urenlang te wachten tot dieren wakker worden of tot ze ophouden met jagen en weer tot rust komen. Vaak zijn de omstandigheden uitstekend, maar dan kan ik niet fotograferen omdat er een troep toeristen met telelenzen omheen staat.”
Waarom gaat hij dan niet fotograferen op een locatie waar geen toeristen zijn? “Het vervelende is dat ik aan plaatsen gebonden ben waar veel toeristen komen omdat de dieren daar meer gewend zijn aan menselijke aanwezigheid en niet meteen wegvluchten als je eraankomt.”
Zo fotografeert Nick bijvoorbeeld bij de Ngoran Gora krater in Tanzania waar dagelijks gemiddeld 450 voertuigen met toeristen af en aan reizen. Dat heeft geen gunstige invloed op de dieren. “Tien jaar geleden fotografeerde ik voor het eerst in Afrika en in die korte tijd heb ik drastische veranderingen meegemaakt. De populaties van diverse diersoorten zijn zichtbaar uitgedund door de toename van het toerisme, het stropen en doordat migratieroutes van dieren onderbroken worden door nieuwe nederzettingen of boerderijen. De goede kant van het zogenaamde ecotoerisme is dat er daardoor een economische reden is om dieren van de ondergang te behoeden, maar teveel toerisme is op zichzelf schadelijk. Daarom moet er een balans gevonden worden. Ik vind het vreselijk dat mensen, die met hun denkvermogen de dieren zouden moeten beschermen, ze juist in hoog tempo uitroeien en probeer met mijn fotografie mensen tot bezinning te brengen. De meeste schade aan dierenpopulaties is in de afgelopen zestig jaar toegebracht, want daarvóór bestond de grootscheepse bio-industrie nog niet en waren we nog geen individuele grootverbruikers van energiebronnen. Eigenlijk hoeven we alleen maar terug te keren naar de manier waarop we destijds met de natuur omgingen. Is dat nu zo moeilijk?”
Om zijn denkbeelden nog duidelijker te maken, zou Nick de ellende die dieren doormaken het liefst rechtstreeks willen fotograferen. “Ik zou naar slachthuizen moeten gaan, naar industriële boerderijen en in Afrika dode zebra’s moeten fotograferen in strikken van stropers of olifanten die de helft van hun slurf in een strik zijn verloren. Helaas ben ik daar mentaal niet sterk genoeg voor en daarom pak ik het maar op deze manier aan. Ik moraliseer liever op een indirecte manier.”