Plastic leeuwen
Fotogenieke onderwerpen zijn moordend voor iemand die originele foto’s wil maken. Wie beelden met karakter wil, moet dan ook plaatsen mijden als de Grand Canyon, tropische eilanden, oceanen als de zon net ondergaat, en Las Vegas. Uit die laatste stad ben ik zojuist teruggekeerd en ik weet nu waarom sommigen haar de ‘Capital of plastic’ of ‘Monster Madurodam’ noemen. Je ziet daar namelijk replica’s van Parijs, New York, Venetië en het oude Egypte, gemaakt van plastic, beton en bordkarton. Is een Egyptische sfinx van plastic minder indrukwekkend dan de echte, eeuwenoude van steen? Ik vind van wel. Als de oude Egyptenaren hun monumenten van plastic hadden gemaakt, had niemand er nu naar omgekeken, vooropgesteld dat ze er nog hadden gestaan, want een belangrijk criterium voor de authenticiteit van een monument is dat je er eeuwenlang een sigaret op kunt doven.
Zo liep ik mij al urenlang te vermaken om de manier waarop de om de manier waarop de ontwerpers van Las Vegas de plank volkomen hadden misgeslagen toen ik het MGM Grand Hotel binnenliep. Het hotel is eigendom van de gelijknamige filmmaatschappij en het is volgepropt met attributen uit de geschiedenis van de film. Het symbool van MGM is de brullende leeuw en middenin de lobby stond dan ook een grote plastic leeuwenkooi.
Daar stonden fotograferende toeristen elkaar te verdringen, want iedereen wilde zo dicht mogelijk bij de plastic leeuwen komen. Ik vond het ongelofelijk dat zoveel mensen zo onder de indruk van plastic kunnen zijn en zich in allerlei bochten wringen om foto's van namaakleeuwen te nemen. Toch wilde ik graag zien of die leeuwen echt zo verbluffend waren nagemaakt dat mensen hun eksterogen eraan opofferen om er dicht bij in de buurt te komen. Drie kwartier later stond ik met zere tenen, twaalf nieuwe blauwe plekken en een klodder spuug in mijn haar vooraan. Viel me dat even tegen! De leeuwen waren klein en onooglijk geïmiteerd. Er hingen plukjes polyester manen los en de elektronisch gestuurde oogknipperfunctie liet soms te wensen over. Toch bleven de flitsers om mij heen afgaan en de videocamera's draaien. Amerikaanse kinderen waren onder de indruk en riepen: "Hi, Lion!" naar de stukken kunststof. Toen ik mij geërgerd omdraaide om zonder gefotografeerd te hebben mij weer naar buiten te begeven, zag ik vanuit mijn ooghoek één van de plastic leeuwen opstaan en naar zijn hok waggelen. Even later liep de andere erachteraan en een stem schalde door de lobby: "De leeuwen vertrekken nu naar hun dagverblijf en worden over een half uur afgewisseld door twee vrouwtjesleeuwen."
Ik schaamde mij kapot. Niks plastic dus, maar de echte Koning der Dieren had zich majestueus voor mij neergevlijd terwijl ik het niet eens had gemerkt. Snel maakte ik nog wat foto's van het achterste van de laatste leeuw en besloot nooit meer bevooroordeeld naar Amerikaanse cultuuruitingen te kijken. Ik rende naar buiten en nam de volgende twee uur honderdtachtig foto's van dat prachtige, zinderende, dynamische en fantastische Las Vegas.